Op de kleine Franse camping, gerund door Nederlanders, werden we verwelkomd door een bourgondisch ogende man. Welvaartsbuikje, een wittemenerenvakantiehoed en een artistiek brilletje met piepkleine glazen. Maar vooral was het een grootgebruiker van lege bijzinnen. ‘Zijn jullie hier weleens eerder geweest?’, vroeg hij. ‘Niet? Oei. Ga dan maar even zitten, want dat is een heel verhaal apart. Wij zijn hier namelijk nogal anarchistisch. We maken de gekste dingen mee. Daar ben ik heel eerlijk in!’ Verwachtingsvol namen we plaats. Het hele ‘anarchistische verhaal apart’ bleek ‘m te zitten in wat de man ‘een eigen valuta’ noemde. Trots haalde hij wat verfomfaaide, vergeelde papiertjes tevoorschijn, bedrukt met een zelfgetekend campinglogo. ‘Hiermee kun je drankjes halen. Ja, wat dat betreft zijn we hier heel eigenzinnig, hoor! We maken de gekste dingen mee.’ Hij pakte de plattegrond en verwees ons naar plek 21. ‘De mooiste, daar ben ik heel eerlijk in. Naast een stroompje!’ Het gezicht van mijn vriendin lichtte op. Bambi die uit het beekje drinkt, vogeltjes die de was ophangen en wij, verliefd percolatorkoffie drinkend voor onze tent. Nou viel dat hele stroompje nogal tegen, maar de koffie was inderdaad heerlijk, het luchtbed acceptabel, en de krekels klonken zo hard dat het weer rustgevend werd. We kookten niet, lieten de telefoons liggen, lazen boeken en haalden drankjes bij de receptie die we betaalden met alternatieve valuta. Ik werd zelfs zodanig met het lokale anarchisme besmet dat ik ongegeneerd met een roze wc-rol onder mijn arm naar het sanitair liep. Op de ochtend van vertrek barstte er onweer los. Ik hoorde mijn vader in mijn hoofd: ‘Bij noodweer laat je alles staan en ga je in de auto zitten.’ Op een antiautoritaire camping als deze mochten we vast wel wat later uitchecken, dachten we. Maar de vrouw van de receptie vond van niet, en dus braken wij in de stromende regen onze tent af. Toen we doorweekt gingen afrekenen, met échte euro’s, stond de bourgondische campingeigenaar daar weer. ‘Hebben jullie nou in de regen ingepakt? Ja, dat doen wij niet meer, met alle respect. We hebben hier de gekste ellende meegemaakt met natte tenten. En het mooie van Zuid-Frankrijk is: het regent hier nooit de hele dag hè?’ Geen idee wat hij allemaal bedoelde, maar hij was er heel eerlijk in. Daan Boom is programmamaker, presentator en muzikant. Hij woont in Utrecht.