Mijn ouders vertoeven deze zomer in een Spaans huis van vrienden. En hun missie is om daar een familievakantie van te maken. Want je kunt met name mijn moeder niet gelukkiger krijgen dan een vakantie met haar drie kinderen én aanhang. Maar ja, ik ben inmiddels ook een volwassen meneer met een eigen leven. En mijn vriendin en ik zijn in die periode zelf al op vakantie. Hoewel mijn moeder dat weet, blijft ze vragen: ‘Komen jullie nog langs in Spanje?’ Een week later: ‘Jullie kunnen niet nog even langskomen in Spanje?’ En de week daarop: ‘Weten jullie zeker dat…?’ De aanhouder wint, want na de zesde poging bleek er zowaar een kleine window te zijn ontstaan waarin wij in een puur hypothetisch geval, bij wijze van spreken, mogelijkerwijs, met een kleine kans, zestien uur (!) om zouden kunnen rijden om nog drie dagen aan te sluiten bij de vakantie van mijn ouders. Toen mijn moeder dat ter ore kwam, gingen alle registers met argumenten vóór dit omrijden open. Ik ben niet zo’n waterrat. Meer een ligstoelmens Er volgde een soort pitch. ‘Heerlijk rustige omgeving, iedereen heeft zijn eigen plek!’ En: ‘Ze hebben echt supergoeie eettentjes daar, hè? Met lekkere tapas en zo.’ Ook mijn vader deed een duit in het zakje: ‘Er is héle goede wifi.’ Mijn moeder weer: ‘En een zwembad!’ Waarmee ze even vergat dat ik niet zo’n waterrat ben. Meer een ligstoelmens. Het idee dat ik door die eerste temperatuurschok van het water heen moet, vind ik vreselijk. Ik kan een uur lang op de zwembadrand staan dralen, aftellend van 3 naar 1, om er toch niet in te springen. Altijd roept er wel iemand: ‘Kom nou! Hartstikke lekker als je eenmaal dóór bent!’ Maar dat is het nu juist, ik wil er godverredomme helemaal niet doorheen. Ik wil niet de eerste 30 seconden liggen puffen alsof ik mee ben op zwangerschapscursus. ‘Maar er zijn ook leuke attributen bij het zwembad!’, pitchte mijn moeder verder. Ze weet: daar ligt mijn zwakte. Duikringen, duikstaafjes, duikbrillen, opblaasbare autobanden, luchtbedden, schuimnoodles, waterfrisbees, zo’n drijvende eenhoorn – ze activeren het innerlijke kind in mij. Ik moet er iets mee. Alsof je een stok weggooit voor een hond. En dus, terwijl jij dit leest, ben ik waarschijnlijk tóch zestien uur omgereden. Lig ik in een opblaasband met een zwembril op mijn voorhoofd in een Spaans zwembad, ringen opduikend van de bodem, terwijl mijn moeder vanaf haar ligstoel roept: ‘Zie je nou wel dat dit lekker is?’ Daan Boom is programmamaker, muzikant en komiek en woont in Utrecht. Hij is presentator van Streetlab en treedt op als rapper The Dean.